De grond waarop je staat

Ja Femmy, leuk en aardig dat je het naar je zin hebt op de Wittenberg en ons daar heel af en toe van mee te laten genieten, maar wat léér je daar nou?
Wat voor vakken heb je, en wat houden die vakken in?
In de eerste lesweek van blok 2, zal ik jullie één en ander vertellen over blok 1.

Het eerste blok had de titel ‘De grond waarop je staat’.
We keken naar onze kerkelijk, culturele en geestelijke achtergrond, onze wortels.
Welke vakken hebben we dit blok gehad?
- Oude testament
- Nieuwe testament
- Bijbellezen
- Geloofsleer
- Bijbels wereldbeeld
- De kerk - gemeenteopbouw
- De kerk - liturgie
- De kerk - stromingen
- Christelijke ethiek
- Christelijke kunst en cultuur
- Coaching
- Keek op de week
- Geestelijk leven.

Ik zal in dit blog een paar vakken een beetje toelichten en er een verhaaltje bij schrijven.

Oude testament
Bij dit vak leerden we onder anderen hoe het Oude Testament ontstaan is, maar ook waarom het Bijbelboek Klaagliederen na het boek Jeremia staat, terwijl Klaagliederen geen profetieën bevat. Weet u/jij waarom dat zo is?
Omdat algemeen aangenomen wordt dat de Klaagliederen hoogstwaarschijnlijk door de profeet Jeremia geschreven zijn!
Tijdens de les leerde ik niet zoveel nieuws. Het was één van de vele lessen, waarin ik bijna alle antwoorden wist en gaf. Soms zei de docent geheel terecht; ‘nee Femmy, nu mag iemand anders het antwoord geven.’
Een klasgenoot bood aan ducktape te kopen, om mij letterlijk de mond te snoeren.
Wat ik wel heel leuk vond aan deze les, was de opdracht die we kregen. We moesten een exegese schrijven over Numeri 12.
Ik heb geleerd dat het schrijven van Bijbelstudie en exegese-opdrachten volgens 3 stappen ‘moet’ gebeuren;
- Observeren. De informatie die je in deze fase uit de tekst haalt, moet daar letterlijk uit te halen zijn. In het geval van Numeri 12 is een vraag in die categorie bijvoorbeeld;
Wat verwijten Aäron en Mirjam hun broer Mozes?
Zij verwijten Mozes dat hij met een Nubische vrouw getrouwd is en niet met een vrouw uit het volk Israël. Zij verwijten Mozes eveneens dat hij als enige een bijzondere band met de Heer heeft. Ze vinden dat zij even belangrijk zijn als Mozes.
Observatievragen zijn vaak heel makkelijk te bedenken en te beantwoorden.

- Interpreteren. De informatie die je in deze fase op wilt zoeken, haal je niet alleen uit de tekst. Je mag in deze fase ook ‘externe bronnen’ gebruiken, zoals ander Bijbelgedeelten, de concordantie, Bijbelse woordenboeken en internet. Bij Numeri 12 kan je in deze fase bijvoorbeeld de volgende vraag stellen;
Hoe komt het dat Mozes met een Nubische vrouw getrouwd is?
Nadat Mozes een Egyptenaar dood geslagen heeft, vlucht hij naar Midjan, omdat hij zijn leven letterlijk niet zeker is.
In Midjan gaat hij bij een put zitten, dat was in die tijd immers dé plek om mensen te ontmoeten. En zodoende kon hij misschien aan onderdak komen. Mozes ontmoet daar de dochters van de priester van Midjan en helpt hen bij het water putten voor hun dieren. Op verzoek van de priester komt Mozes bij de priester in huis wonen en krijgt diens dochter Sippora als vrouw.
Dit is te lezen in Exodus 2: 15-21

- De laatste fase is de fase van de toepassing.
Zoals de naam al zegt, ga je in deze fase de dingen die je in de voorgaande fasen ontdekt en/of geleerd hebt, toepassen op de tijd waarin wij nu leven.
Wat kunnen wij in het jaar 2011 na Christus leren, van dingen die gebeurden rond het jaar 1400 voor Christus?
Een voorbeeld van een toepassing uit Numeri 12 is;
In dit gedeelte hebben Mirjam en Aäron commentaar op Mozes en God straft Mirjam zodra Hij dat hoort. Hieruit kunnen wij leren dat wij niet naar believen kritiek mogen hebben op alles en iedereen. Zéker niet op leiders die een taak uitvoeren in dienst van God, zoals dominees. Ook niet als we het misschien niet meteen eens zijn met hun zienswijzen en/of manier van leven.

Een heel ander vak is De kerk-stromingen’. Zoals in de opsomming aan het begin van deze blog al te zien is, zijn er drie vakken die vallen onder het kopje ‘de Kerk’. Tot op heden is mij niet ganselijk geopenbaard waarom dit zo is, want we moesten gewoon voor elk van deze vakken een opdracht, danwel een tentamen maken, dus we hadden er eigenlijk niets aan. :)
Dit vak was niet bijster populair, alleen al niet omdat we hier die keer een avondcollege voor kregen. Na een dag Wittenberg is je concentratie, motivatie en energie wel enigszins gedaald, dus dan valt het niet mee om bijna twee uur geconcentreerd te luisteren naar iemand die iets vertelt over (het ontstaan) van de kerkelijke stromingen in Nederland.
Wat dat betreft was het eerste college een hele opgave.
Dat college ging over de evangelische stromingen en het ontstaan daarvan. De man die ons daar één en ander over kwam vertellen was wel enthousiast, maar er was geen enkele rode draad of logische structuur te ontdekken in zijn verhaal.
Bij wijze van knaller vertelde hij aan het eind van zijn verhaal een mop, waar louter uit beleefdheid om gelachen werd; er was namelijk vrijwel niemand die de clou ervan snapte. En de mensen die de clou wél oppikten, vonden de grap niet grappig.
Het logische gevolg was, dat de motivatie voor het volgende avondcollege nog verder daalde. Maar de man die toen kwam vertellen over de hervormde kerken, wist dat op een boeiende, begrijpelijke manier te doen. Nu kan ik zeggen dat ik zou willen dat meer kerken en kerkgenootschappen 'eenheid in verscheidenheid’ als ‘slogan’ invoeren en dat ook praktisch uitwerken. Aan de PKN is te zien dat het dus wel kan, al gaat het niet altijd makkelijk en zonder slag of stoot. Het ‘PKN-proces’ heeft decennialang geduurd, maar dat zal wel te maken hebben met de protestantse manier van overleggen; ‘we vergaderen tot we met onze voorouders vergaderd worden’.
Het derde college was voor ondergetekende mijzelf een soort thuiswedstrijd; het ging over de gereformeerde kerken, in casu; de Christelijk Gereformeerde Kerk, de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerk.
Tijdens dit college zat ik naast Christian, mijn spellingcontroleur annex taalgrappenmaatje. Hij hoorde tot voor kort officieel nog tot
de GKV, waar hij ook opgegroeid is. Hij weet dus minstens net zoveel over de GKV en ik.
De directeur van De Wittenberg, die zelf ook tot de GKV behoort, leidde het college, dat een enigszins interactieve opzet had. Hij wist hoogstwaarschijnlijk wat Christians achtergrond is en wat mijn achtergrond is en dat viel op; elke keer als hij iets over de GKV vertelde, keek hij mijns inziens langer dan gemiddeld naar ons, voordat hij zijn blik weer verder liet gaan over de studenten.
Achteraf concludeerden Chris en ik dat wij het hele college ook wel samen hadden kunnen geven; er werd ons vrijwel niets nieuws verteld.

Nog weer een ander vak is het vak Christelijke Kunst en Cultuur.
Kunst en Cultuur is heel breed, en dat kwam in deze lessen ook duidelijk naar voren; we hadden het over beeldhouwkunst en schilderkunst maar ook over popmuziek en films.
Zo is ons één ander verteld over de beschilderingen van het plafond van de Sixtijnse Kapel en weet ik inmiddels ook waar de oudste ‘schuilkerk’ te vinden is, namelijk in Dura Europos.
En weet u/jij het verschil tussen een Jezusfilm en een Christusfilm? Dat is mooi, want ik ben het alweer vergeten. :-)
Ik vond deze lessen niet zo interessant omdat ik niet zoveel heb met kunst. Zowel niet met kunst van vroeger als met kunst van nu.

Een ander vast onderdeel van een weekje Wittenberg is de ‘Keek op de week’.
Helaas hebben we het daarbij totnogtoe steeds moeten doen zónder cake, maar misschien komt dat nog. Het jaar Wittenberg is namelijk nog láng niet afgelopen.
Keek op de week is eigenlijk bedoeld om niet te vergeten dat er buiten ‘De Wittenberg’ nog een wereld is waarin elke dag van alles gebeurd. Het is natuurlijk mooi meegenomen dat we daarbij nog wat leren en een eigen mening leren vormen over een onderwerp, maar dat terzijde.
Voor ‘Keek op de week’, worden wij als studenten in groepjes van twee aan het werk gezet. Iedere week is er een ander duo aan de beurt. Met z’n tweeën ga je op zoek naar iets dat opvalt in het nieuws.
Ik zal de ‘Keek op de week’ die een medestudente en ik gemaakt hebben, als voorbeeld gebruiken.
Toen wij op internet aan het zoeken waren naar een boeiend, aansprekend onderwerp, vonden een artikel waar de volgende kop boven stond; ‘abortuspil is wél veilig’.
Bij het woord ‘abortus’ gaan bij veel christenen de alarmbellen al rinkelen, maar bij de combinatie ‘abortuspil’ en ‘veilig’ slaan bij wijze van spreken alle stoppen door.
Wat is nu het geval? De organisatie ‘Women on Waves’ is al jaren actief met een zogenoemde ‘abortusboot’. Op deze boot kunnen vrouwen terecht voor een abortus.
De mensen van ‘Women on Waves’ deelden in een Zuid-Europees land pillen uit, zonder dat ze daar toestemming voor hadden.
Wat houdt de abortuspil precies in? In feite is er sprake van twee pillen; door de pil die als eerste genomen moet worden overlijdt de ongeboren baby. De tweede pil is om de bevalling op te wekken.
Na het lezen van deze informatie, gingen we op zoek naar nog meer informatie. Er stond in het artikel dat de abortuspil wél veilig was, wie had dan beweerd dat die pil onveilig was? En waarom was die pil wel/niet onveilig? We kwamen erachter dat vrouwen die de abortuspil gebruikt hebben dood kunnen bloeden of blijvend onvruchtbaar worden. Daarom had een groep vooraanstaande gynaecologen gezegd dat de abortuspil niet veilig was, maar daar was ‘Women on waves’ het niet mee eens.
Wat doen we hiermee voor de ‘Keek op de Week’? We zoeken informatie over dit onderwerpen, en zetten dat kernachtig uiteen door middel van een PowerPointpresentatie.
Verder bedenken we één of twee stellingen en dan gaan we onze ‘Keek op de week’ presenteren aan onze medestudenten.
We sluiten onze presentatie af met de stellingen, waar soms stevige discussies van komen.

Het ontbreekt mij aan digitale ruimte om de andere vakken ook nog allemaal bij langs te gaan, maar vraag gerust, als er iets is wat u/jij graag wil weten. Van maandag 14 november tot en met woensdag 16 november gaan we met elkaar naar Amsterdam, bij wijze van introductie op het nieuwe thema. Hoogstwaarschijnlijk valt daar ook genoeg over te vertellen, dus als ik tijd/zin/energie/motivatie heb, zal ik weer een blog gaan schrijven.

Tot slot nog het resultaat van een opdracht die ik gemaakt heb. Er werd gevraagd of we een persoonlijke geloofsbelijdenis wilden schrijven. Samen met Chris heb ik een satirische versie gemaakt over de GKV, maar om niemand te kwetsen, zal ik die niet op mijn blog zetten.
Mijn eigen geloofsbelijdenis is als volgt;

Ik geloof dat God de hemel en de aarde gemaakt heeft.
Hoewel ik me absoluut geen voorstelling kan maken van het verloop van de schepping, kan ik niet geloven dat wij bestaan door louter toeval.
Ieder mens is geschapen, gewild en geliefd door de Vader.

Helaas hadden wij mensen geen boodschap aan Zijn Liefde; we wilden het zelf doen.
We trapten God op Zijn Vaderhart, door mee te gaan in de leugens van Zijn grootste vijand. Daarmee hebben we Gods eeuwige woede en Zijn straf verdient.

Maar Gods Liefde is zo onbeschrijfelijk en eindeloos dat Hij Zijn éigen Zoon voor ons gaf. Jezus moest met Zijn zondeloze leven betalen voor ons zondige bestaan. In Zijn dood rekende Hij voorgoed af met de grote vijand van God en mensen.
Door Zijn opstanding mogen wij weer bij God Thuis komen. Als we op de toppen van ons geloof zijn, maar ook als we voor de zoveelste keer in de fout gaan.

Wij hebben de Heilige Geest gekregen, die ons helpt in God te geloven en liefde met de mensen om ons heen om te gaan.

Met alle christenen van alle tijden en alle plaatsen en uit alle kerkelijke denominaties mogen wij Gods volk vormen. We mogen samen werken om Gods grote boodschap door te geven aan de wereld.

Tot de dag dat Jezus terugkomt en ons bij God Thuis zal brengen.